Bwengu Sundowns Uit - Altijd Lastig
Door: Jos
Blijf op de hoogte en volg Jos en Frida
14 Juli 2014 | Malawi, Rumphi
Achter me is het gezang begonnen. Die dingen zijn universeel. Over hoe ruig men is, dat de club nooit verloren gaat en over de stad waar ze vandaan komen. Tenminste, ik vermoed dat de gezangen daarover gaan. Eenmaal legt de coach uit dat de jongens zingen over de momenten dat men extra geld op zak had. Daar werd alcohol van gekocht. Een vrij gemakkelijk liedje, wat ook op Isle of Man of in een keet in Ederveen gezongen had kunnen worden. Ware het niet dat de stemmen van goud zijn. Een jongen heft aan, de anderen volgen. Het klinkt super ritmisch en tovert een glimlach op mijn gezicht.
Als we het veld van de tegenstander naderen, verstomt het gezang. Bwengu Sundowns uit, altijd lastig. Een van de voetballers heeft voor Blantyre Boys gespeeld en is dus geniaal. Achter een gebouw worden mijn teamgenoten gade geslagen door tientallen kinderen (die zijn altijd overal) terwijl ze het blauw-wit van de club omhangen. Ik zeg dat ik geen shirt nodig heb, omdat men wel weet voor wie de Mzungu speelt. Ik krijg nummertje negen. In andere woorden: lopen met je donder. Een soort Robben moet ik worden. Alleen dan met haar in mijn ogen en benen van lood. Ik ruik de geur van de vorige nummer negen en voel de inspiratie.
Scheidsrechter fluit, wedstrijd begonnen. Ondanks mijn rugnummer begin ik op de bank. Mzungu Supersub. Al snel krijgen 'we' een penalty. Omdat er geen Nederlander in het veld stond om hem te nemen of te stoppen, ging 'ie er gewoon in. 1-0 voor, toch mooi. In de rust was onze coach toch niet zo content. Hij praat Tambuka en wijst naar de grond en naar verschillende spelers. Er ontstaat een discussie en ik knik begrijpend. Omdat Mzungu's altijd overal vertand van denken te hebben, wordt er om mijn nederige mening gevraagd. Ik deel mede dat ik denk dat lange ballen het beste recept is, aangezien het veld bestaat uit hoog gras. Ik krijg applaus en een schouderklop. Ik sta stom te kijken.
Op de weg terug naar de spreekwoordelijke 'bank' (die er natuurlijk niet is, ga maar lekker onder de boom zitten, 'Robben'), deelt de coach mede dat ik zojuist precies het tegenovergestelde als hijzelf had verkondigd. Hij was meer van de korte ballen over de grond: tikkie-takka. Oeps. Sorry coach.
Toch mocht ik erin. Aan de zijlijn van tegenstander denk ik hoongelach te horen, vooral omdat ik de hele tijd aan mijn blonde lokken aan het plukken ben, omdat die bende niet gewoon achter mijn haarband blijft hangen. Attentie! Hoge bal. Ik denk: niet te vaak raken, dus ik probeer hem gelijk te verlengen. Bal gaat richting mijn eigen doel. Ja, nu weet ik het zeker, dat is onmiskenbaar hoongelach. De volgende actie gaat wel lekker, waarschijnlijk omdat ik de bal uberhaupt niet raak. Nummertje 11, ik noem hem Kroeshaar, mijn collega-spits heeft de achterlijn gehaald en zet voor. Ik zoef naar de eerste paal als een echte Muller of Goetze. Of Persie himself. Hoe dan ook, de bal ging naar de tweede paal en dat was dat.
Scheidsrechter fluit, wedstrijd afgelopen. Normaal doe ik mijn shirt uit, maar dat laat ik voor de gelegenheid. 1-0 gewonnen, niet verkeerd. Opvallend veel mensen komen mijn richting voor een handje, of loop ik nou gewoon tegen de stroming in? De coach zegt dat ik Messi ben. Ik zeg dat hij Van Hooijdonk is en z'n bek moet houden, maar hij begrijpt de grap niet. Teamgenoten bedanken me voor mijn uitstekende bijdrage (ik heb niet verdedigd en er is niet gescoord in mijn aanwezigheid, dus ik weet niet hoe men dat berekend, maar fijn).
Ik trek mijn nummertje negen uit en begin mij af te vragen waar de vreugde van de heenweg is gebleven. Ik klim op de autoband en begin op het dak van de minivan te timmeren. Gekke Mzungu. Er zitten alvast tien jongen is de auto. Ik vraag of ik hen een liedje mag aanleren. Als ik zeg BAR BAR, zeggen jullie HUT HUT en als ik zeg BAR BAR BAR, zeggen jullie HUT HUT HUT. Moet toch te doen zijn. Ik schreeuwen, zij schreeuwen, wij lachen. En de tegenstander in onze gedachten extra vernederd. Inclusief die jongen van Blantyre Boys, mafkees. Kroeshaar vind het prachtig. Hij wil aanheffen. HUT HUT HUT. Nee, Kroeshaar, zo gaat 'ie niet.
Op de terugweg zing ik uit volle borst mee. Over vrouwen, hoe groot het meer wel niet is en over hoe goed wij zijn. Ofzo, ik weet het niet. Maar het klinkt heerlijk. Ik zal wel wat medeklinkers verkeerd hebben geplaatst, want Edward vindt het maar wat grappig. Ik word uitgenodigd voor de volgende training omdat ik zoveel gevoel heb voor tact. Ik lach nog een keer naar de coach. Als je het niet wilt weten, moet je het ook niet vragen.
Terug op Mantunkha (waar wij verblijven) voel ik dat ik de All Stars experience moeilijk beschrijven. Dat voetbalgevoel is toch wel heel specifiek, maar toch ook universeel. Super mooi om daar deel van uit te maken. Ik loop terug naar ons huisje. Ik heb geen rekening gepresenteerd gekregen. Sommige dingen zijn onbetaalbaar. Voor de rest: Visa (nee, geen Mastercard, daar heb je hier geen hol aan, dankje).
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley